Een deel van de Doetinchemse binnenstad werd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd. Veel moois is verloren gegaan. In de jaren na de oorlog had Doetinchem lange tijd het imago van sloopstad. Het draaide om nieuwbouw en aandacht voor het oude deel was er niet echt. Gelukkig denken ze er in Doetinchem tegenwoordig heel anders over en wordt er weer energie gestoken in het behoud van monumentale panden. Een kleine selectie:
Doetinchem is trots op Villa Ruimzicht, een statig gebouw aan de Ds. van Dijkweg (1853). Oorspronkelijk was het een boerenlandhuis met een stal en drie hectare land. In 1868 wordt het aangekocht door dominee Van Dijk (1830-1900). Deze uit Friesland afkomstige dominee liet het ombouwen tot het eerste internaat voor begaafde leerlingen van de Latijnse School. In de loop van de tijd werd het gebouw vergroot. De twee hoekpaviljoens werden bijgebouwd en de achtervleugel verlengd. Eromheen werd een park in landschapsstijl aangelegd, een groot aantal inheemse en uitheemse bomen werd geplant. Zo ontstond het huidige Arboretum. 1999 werd Villa Ruimzicht inclusief theekoepel en Arboretum aangewezen als rijksmonument.
Het Stadsmuseum is gehuisvest in ‘het oude postkantoor’ aan de Van Nispenstraat in Doetinchem. Het is een voorbeeld van de Amsterdamse Schoolarchitectuur in de Achterhoek. Het in stijl gerestaureerde gebouw is een rijksmonument. Het werd in 1920 gebouwd naar een ontwerp van Joseph Crouwel en is opgetrokken in Brabantse klinkersteen. Opvallend is de toren met het trappenhuis op de hoek. Zowel het interieur als het exterieur is voorzien van veel fraaie details. Opvallend zijn de twee monumentale gebeeldhouwde wapenstenen aan weerszijden van de ingang met de Hollandse leeuw. Deze zijn van de hand van beeldhouwer Willem Brouwer. De indeling van de bovenverdieping verkeert nog in originele staat, maar het oorspronkelijke interieur is er niet meer. In 1975 werd het postkantoor buiten bedrijf gesteld. Een aantal jaren heeft het monumentale gebouw dienst gedaan als onderkomen voor de Gemeentelijke Sociale Dienst. Sinds 2011 is het Stadsmuseum er gevestigd. Momenteel zijn ook de Stadsgalerie en de VVV Doetinchem alsmede restaurant Het Borghuis in het pand gevestigd.
De Grote- of Sint Catharinakerk staat markant in het centrum van Doetinchem. Deze prachtige kerk van de Protestantse Gemeente Doetinchem is rond 1200 gebouwd en was oorspronkelijk gewijd aan de heilige Catharina van Alexandrië. Aan het eind van de Middeleeuwen werd Doetinchem meerdere keren door brand getroffen. Bij een grote brand in 1527 ging bijna de gehele binnenstad en ook de Sint Catharinakerk verloren. Bij de wederopbouw verscheen de tegenwoordige gotische hallenkerk met meerdere beuken, waarvan de zijbeuken ongeveer even hoog en soms ook even breed zijn als de middenbeuk. Aan het eind van de 2e wereldoorlog werd het centrum van Doetinchem vier keer getroffen door onnauwkeurige Britse bombardementen. De Sint Catharinakerk werd daarbij grotendeels verwoest. Het herstel van de kerk duurde van 1948 tot 1963. Een opvallend verschil met de kerk van 1945 is dat de toren nu los van de rest van de kerk staat.
Nieuw initiatief: Virtuele Beklimming van de Catharinatoren
De Catharinatoren is hét landmark van Doetinchem. Van grote afstand herken je de stad aan het silhouet van de toren. En hij vormt, samen met de kerk, al eeuwenlang het middelpunt van de stad. Als je er dichtbij staat, maakt hij met z’n 58 meter hoogte een machtige indruk.
Omdat de toren niet geschikt is voor bezichtigingen, is er het initiatief tot een Virtuele Beklimming genomen. Er zijn twee versies: één met prachtige beelden en verhalen over de toren in normale video (2D) en daarnaast een 360 graden versie, die je met smartphone en VR-bril kunt bekijken. Je kijkt dan in elke gewenste richting, een zeer bijzondere ervaring! Bekijk hem hieronder
De Driekoningen- of Gasthuiskapel bevindt zich in de Gasthuissteeg achter hotel De Graafschap. Het gebouw stamt uit de periode 1460-1500 en was onderdeel van het toenmalige Gasthuis, waar armen ondersteuning ontvingen en doortrekkende vreemdelingen onderdak kregen. Dit verklaart de dubbele naam. De kapel is een laatgotisch zaalkerkje. Bij het geallieerde bombardement op het hart van Doetinchem aan het eind van de oorlog, raakte de kapel zwaar beschadigd. De schade was in 1950 hersteld. De gebrandschilderde ramen zijn gemaakt door de Doetinchemse glazenier Gerard Lelivelt. Opvallend is dat op het ranke torentje geen haan staat, maar een zwaan, het symbool van de lutheranen. De Lutherse Gemeente gebruikte de kapel gedurende bijna 250 jaar.
In de Nieuwstad ligt Het Gevang. Dit is een van de weinige oudere gebouwen in de Doetinchemse binnenstad. In 1766 werd dit ‘gevangenhuys’ gebouwd naar het ontwerp van ene Gerard Ravenschot. De gevangenis is deels gebouwd op de oude fundamenten van de stadsmuur. In 1780 is het linker gedeelte uitgebreid met de cipierswoning en kreeg het gebouw zijn huidige vorm. Doetinchem had geen eigen rechtbank, het viel onder het Drostambt Zutphen. Het Gevang diende waarschijnlijk voor de eerste opvang van misdadigers, ze konden er ook worden verhoord. De gevangenis is later gebruikt als woning voor de gemeenteveldwachter, als schoollokaal en opslag voor de brandspuit.
Boven de vroegere ingang bevindt zich het Gelderse wapen met de leeuwen. Onder het plavuizen vloeroppervlak van de begane grond bevinden zich zeven putten, die in 1977 zijn uitgegraven. Een van de putten is afgedekt met een rooster, waardoor een kijkje ondergronds mogelijk is. In 1978 heeft een restauratie plaatsgevonden en in 2012 is de fundering verbeterd.
De Walmolen aan de IJsselkade uit 1851 was bijna 60 jaar in gebruik. Daarna werden de kap, de wieken en de stelling van de molen gehaald en stond er een halve eeuw alleen een gemetselde stomp. Aan het eind van de jaren vijftig was er zelfs even sprake van sloop. Op de lege plek zou een parkeerplaats komen. Een actiecomité wist de sloop te verhinderen. In 1965 kreeg de molen weer een kap, wieken en een stelling. Sinds die tijd is de Walmolen op de voormalige wal één van de iconen van Doetinchem geworden. De Walmolen is een korenmolen en daartoe ook volledig ingericht. Tijdens de openingstijden is een rondleiding door de molen gratis (de molen is open als de wimpel of vlag uithangt). De stad Doetinchem heeft nog twee andere molens: de Aurora in Dichteren en de Benninkmolen uit 1856 aan de weg naar Varsseveld.
Kasteel de Kelder is romantisch gelegen aan de rand van de Kruisbergse Bossen, achter het Slingeland Ziekenhuis. Eigenlijk heeft dit pand twee namen: naast ‘De Kelder’ staat het ook bekend als ‘Havezathe Hagen’. Een havezate is een versterkt huis of versterkte hoeve. Het historische bouwwerk dateert uit de 16e eeuw. De oudst bekende afbeelding is uit het jaar 1656; het is een rechthoekig bakstenen gebouw met trapgevels en een zadeldak. Aan de hand van oude kaarten, prenten en foto’s is de geschiedenis van het gebouw en z’n bewoners te herleiden. Sinds 1978 is jonkheer Floris Beelaerts van Blokland de eigenaar van de havezate. Kasteel de Kelder wordt veel gebruikt voor het voltrekken van huwelijken en is te huur voor diners, recepties feesten. Ook vinden er dikwijls manifestaties plaats, zoals een slipjacht en het Middeleeuws Festijn. Eenmaal per jaar - op Monumentendag - is De Kelder voor publiek geopend.
Nog niet héél oud, maar wel beeldbepalend in Doetinchem is ‘t Brewinc aan de IJsselkade, tegenover de Walmolen. Het gaat om de voormalige Algemene Technische School (ATS). De school werd gebouwd tussen 1952 en 1954. Het karakteristieke gebouw is inmiddels verbouwd tot een Cultuurcluster dat een onderkomen biedt aan o.a. het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, de bibliotheek , Stichting Senioren Ontmoetingspunt en Tesoro Eten & Drinken. De gevel aan de IJsselkade is nog volledig intact. De nieuwe gevel, de entree van het gebouw, is in de vorm van een opengeslagen boek. Bij de entree staat het beeldje van Aornt Peppelenkamp, de romanfiguur van dialectschrijver Herman van Velzen.
In de aula van het voormalige schoolgebouw waren zogenaamde sgraffito’s van kunstenaar Hans Gorter in de muur aangebracht. Een deel van deze kunstwerken is nog bewaard. Achter ’t Brewinc staan twee rijen industriële shedgebouwen. Deze werden door de school gebruikt als praktijkruimtes. In deze sheds zijn woningen en een parkeergarage gerealiseerd.
Een nieuw beeldbepalend gebouw is het Rietveld Lyceum aan de Kruisbergseweg. De openbare middelbare school werd in 1971 in gebruik genomen en is een ontwerp van Gerrit Rietveld, de befaamde Nederlandse meubelmaker en architect. Op basis van schetsen uit 1961 werd de school pas jaren na Rietvelds dood in 1964 gerealiseerd door zijn medewerker Van Tricht.
De nieuwe Schouwburg Amphion werd in 2010 officieel geopend en is een ontwerp van Mecanoo Architecten. Het is een opvallend gebouw met z’n hellende gevels. Van binnen is het een bijna traditioneel theater. Dat gaat met name op voor de grote zaal die in de klassieke hoefijzervorm is gebouwd. In het interieur met de vier aaneengesloten foyerruimtes voert de kleur rood de hoofdmoot. Het publiek betreedt het theater via een oplopend voorplein dat is uitgevoerd als een rode loper. Mecanoo heeft deze gang in de gevel zichtbaar gemaakt door enorme glazen puien. De eigentijdse architectuur blijkt ook een nadeel te hebben: reeds enkele jaren na de opening bleek er risico te bestaan dat de bakstenen los zouden kunnen laten (de gevel werd met hekken afgezet). Er wordt naar een oplossing gezocht.
De Gruitpoort is door de bekende architect Mart van Schijndel (1943-1999) gebouwd als cultureel centrum en is nu ‘een podium voor kunst, cultuur en debat’. De architect overleed in 1999, het jaar dat de Gruitpoort zijn deuren opende. Het ontwerp en de basale afwerking van het gebouw zijn voor een belangrijk deel het gevolg van het krappe budget. De Gruitpoort werd een simpel rechthoekig gebouw, 60 meter lang en 12 meter breed. Het enige element dat een doorbreking vormt van dit volume is de uitgebouwde theaterzaal, herkenbaar aan de houten gevelbekleding. De rest van de gevels bestaat afwisselend uit vlakken van horizontale stroken glas en rood bakstenen delen. De stenen zijn niet gemetseld maar gelijmd in een dubbel halfsteens verband. Het ontbreken van contrasterende voegen draagt bij aan de strakke en vlakke uitstraling van de geveldelen.
Tegenover de Gruitpoort, aan het begin van de Grutstraat, staat sinds 2004 een interactief kunstwerk: de D-toren van conceptueel kunstenaar Q.S. Serafijn. Een groot wit object van 12 meter hoog en 4 meter breed, ook wel ‘de kies’ genoemd. Het kunstwerk brengt de emoties van de Doetinchemmers in kaart. Het peilt of de inwoner geluk, liefde, haat of angst voelt. Als de straatverlichting ’s avonds uitgaat en de D-toren kleurt blauw, dan is men in Doetinchem blijkbaar heel gelukkig. Is het geel, dan angstig. Groen staat voor haat en rood voor liefde. De kleur wordt bepaald aan de hand van een digitale vragenlijst. Een aantal Doetinchemmers vult vragen in over alledaagse en actuele zaken. Uit alle antwoorden wordt het gemiddelde berekend en zo komt de passende kleur uit de bus.
De naam Metzo staat voor Metaal Electro Techniek Zorg Onderwijs. Het Metzo College, een VMBO-school ligt majestueus op een kunstmatige heuvel en is een staaltje van bijzondere bouwkunst. Het gebouw is ontworpen door Erick van Egeraat. Het ontwerp won de Scholenbouwprijs 2006. De vorm van het gebouw doet denken aan een afgeknotte piramide. In het midden van de school bevindt zich een patio met daktuin. De gevels hellen achterover. De gevel bestaat uit een vliesgevel met zeven verschillende vullingen, waaronder gezeefdrukt glas, aluminium, beton en hout. Het Metzo College werd op 11 januari 2007 officieel geopend. Er zijn al wel kort nadien problemen met de temperatuurregeling in het gebouw opgetreden. Een oplossing voor dit probleem schijnt nabij te zijn.
De dependance van het Graafschap College aan de Maria Montessoristraat heeft een dak met groen (sedum) waarop af en toe grazende schapen te zien zijn. De school kijkt uit op het kunstwerk ‘Shall we dance?’: een hoogspanningsmast die andere masten ten dans vraagt. Het kunstwerk is ontworpen als landmark voor een bedrijventerrein in Doetinchem. Deze landmark maakt eigenlijk alle hoogspanningsmasten in de directe omgeving tot landmark. Kunstenaar Floris Schoonderbeek ontwierp een imposant, 37 meter hoog kunstwerk.
Aan het spoor van Arnhem naar Doetinchem staat nog zo’n markant gebouw: de oude Graansilo aan de rand van Wehl. Het silogebouw en de bijbehorende magazijnen zijn, als onderdeel van een meelfabriek in etappes in de periode 1920 – 1956 gebouwd. In opdracht van een agrarische coöperatie. De agrarische industrie was belangrijk voor Wehl. Toch was de graansilo lange tijd geen reden tot trots voor de inwoners van Wehl. Door leegstand ging het silo-gebouw snel achteruit en in 1998 kwam een evt. sloop ter sprake.
Na de door BOEi geïnitieerde restauratie van de Graansilo is het monument thans getransformeerd tot een bruisende werkplek voor kleine zelfstandigen. Het is een inspirerend bedrijfsverzamelgebouw geworden voor creatieve ondernemers.
De Sint-Martinuskerk is een van de twee rooms-katholieke kerken in het dorp Gaanderen. De huidige kerk werd gebouwd ter vervanging van een waterstaatskerk uit 1854. Voor 1868 was de kerk ondergebracht in de parochie van Terborg, maar in 1868 werd de kerk verheven tot parochiekerk onder de naam Sint Martinus. Een jaar later, in 1869, liet de eerste pastoor, J. Th. Luijckx, de pastorie bouwen. In 1893-1894 werd aan de kerk een toren toegevoegd, voorzien van een uurwerk en klokken. Deze toren werd ontworpen door Gerard te Riele.
In het begin van de vorige eeuw nam het aantal parochianen sterk toe, zodat er behoefte was aan een grotere kerk. Er werd een nieuwe kerk gebouwd tegen de bestaande toren. Deze neogotische kerk, een ontwerp van H. Hoogenkamp, werd in 1914 ingewijd. In 1925 werden er drie gebrandschilderde ramen voor in het priesterkoor aangebracht en werd een terrazzovloer van Monasso aangebracht.